Achtergrond

Leren

De Lerende Mens gaat uit van een aantal leermechanismen:

Hersenen zijn een voorspellingsmachine (vrije-energietheorie, Friston 2010)

Hebbiaans leren

Sociaal leren (We leren van elkaar (of we willen of niet) | Motivatie | Maken van fouten is LEREN)

De grondaanname is dat de hersenen een voorspellingsmachine zijn. Op grond van ervaringen bouwen we in onze hersenen een model van de wereld op, en op basis daarvan voorspellen we hoe de wereld er zo meteen uit gaat zien, zodat we op ieder moment de juiste keuze kunnen maken. Denk hierbij aan de voorspelling wat het gehele woord is op grond van de eerste letters die ik lees. In dit model staan twee elementen centraal. Een goede voorspelling zorgt ervoor dat we gemakkelijker krijgen wat we willen.

We gebruiken (kan zijn lezen, maar ook uitspreken) kennis die we al hebben om zo efficiënt mogelijk te kunnen lezen. De vrije-energietheorie voegt er echter nog een tweede element aan toe. Als we alleen maar voor het optimale handelen gaan, wat we exploiteren noemen, dan gebruiken we alleen woorden die al in het repertoire zitten en dan leren we niet.

Motivatie

De Lerende Mens gaat uit van de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan: autonomie, verbondenheid en competentie. Deze drie psychologische basisbehoeften staan aan de basis van intrinsieke motivatie.

Autonomie

Onder de behoefte autonomie wordt verstaan dat men (in elk geval voor een deel) zijn eigen leergedrag zelf kan sturen. Het verwijst naar het gevoel onafhankelijk te zijn, eigen beslisruimte te hebben, zelf keuzes te kunnen maken en daarin niet gedwongen te worden. Zo betekent aandacht voor autonomie bijvoorbeeld dat het initiatief van een kind gewaardeerd wordt en dat er wat mee gedaan wordt; dat kinderen uitgedaagd worden om eigen oplossingen te bedenken, ze echte keuzes krijgen bij het maken van taken (hoe en wat) en dat zij mee mogen denken in organisatorische zaken.

Verbondenheid

Het zich geaccepteerd voelen, zich erbij horen voelen en het zich welkom en veilig voelen is terug te voeren op de behoefte aan verbondenheid. Het houdt in dat een behandelaar beschikbaar is voor een kind en naar hem of haar luistert, dat er de tijd genomen wordt voor communicatie over en weer en dat er belangstelling wordt getoond. Belangrijk is dat afspraken nagekomen worden en dat er discreet wordt omgegaan met vertrouwelijke informatie.

Competentie

Bij de behoefte aan competentie gaat het erom dat kinderen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen ook aankunnen en tevens ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Het omvat de wens ‘iets te kunnen’, ergens goed in te zijn en bij te kunnen dragen aan de omgeving om hen heen.

 

Competentie wordt niet gezien als resultaat van een proces, maar als een behoefte die vooraf gaat aan de succeservaring. Aandacht voor competentie houdt in dat een kind actief de beurt krijgt om een antwoord te geven, aan wordt gesloten bij zijn of haar leerstijl, er vragen worden gesteld die tot reflectie uitnodigen en dat de behandelaar blijk geeft van hoge verwachtingen die aansluiten bij de mogelijkheden en talenten van het kind.

Dyslexie

Dyslexie betekent letterlijk beperkt (dys) lezen (lexis). Dyslexie is een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.” (SDN, 2016).

Problemen met leren lezen en spellen

Mensen die dyslectisch zijn, hebben meestal niet alleen een hardnekkig probleem met leren lezen, maar ook met spellen. Het lezen verloopt moeizaam omdat er geen goede koppeling wordt gemaakt tussen klanken en letters. Hierdoor hebben dyslectici moeite om een woord dat ze zien te verklanken en een woord dat ze horen goed op te schrijven. De letter-klankkoppeling komt niet voldoende tot stand en raakt niet goed geautomatiseerd.

Dyslexie staat los van intelligentie

Dyslexie levert veel problemen op met het leren van de meeste andere schoolvakken, omdat veel informatie schriftelijk wordt aangeboden en van leerlingen wordt verwacht dat zij hun werk ook op schrift aanleveren. Dyslexie staat los van intelligentie. Wel is de intelligentie van groot belang voor de manier waarop een kind met zijn dyslexie omgaat en de mate waarin de dyslexie belemmerend is voor het verdere functioneren. Dyslexie is gedeeltelijk erfelijk: vaak komt het bij meerdere leden van een gezin of familie voor. Maar het is ook mogelijk dat dyslexie voor het eerst voorkomt binnen een familie. Ongeveer 7 procent van de basisschoolleerlingen kampt met dyslexie en 3 tot 4 procent heeft een ernstige vorm van dyslexie.

Problemen met leren lezen en spellen

Mensen die dyslectisch zijn, hebben meestal niet alleen een hardnekkig probleem met leren lezen, maar ook met spellen. Het lezen verloopt moeizaam omdat er geen goede koppeling wordt gemaakt tussen klanken en letters. Hierdoor hebben dyslectici moeite om een woord dat ze zien te verklanken en een woord dat ze horen goed op te schrijven. De letter-klankkoppeling komt niet voldoende tot stand en raakt niet goed geautomatiseerd.

Dyslexie staat los van intelligentie

Dyslexie levert veel problemen op met het leren van de meeste andere schoolvakken, omdat veel informatie schriftelijk wordt aangeboden en van leerlingen wordt verwacht dat zij hun werk ook op schrift aanleveren. Dyslexie staat los van intelligentie. Wel is de intelligentie van groot belang voor de manier waarop een kind met zijn dyslexie omgaat en de mate waarin de dyslexie belemmerend is voor het verdere functioneren. Dyslexie is gedeeltelijk erfelijk: vaak komt het bij meerdere leden van een gezin of familie voor. Maar het is ook mogelijk dat dyslexie voor het eerst voorkomt binnen een familie. Ongeveer 7 procent van de basisschoolleerlingen kampt met dyslexie en 3 tot 4 procent heeft een ernstige vorm van dyslexie.

“Het onderwijs moet worden ingericht om leerlingen te verrijken.”